Historie van de kerk

De Nederlands-Hervormde kerk van Noordwijk

Het kleine (16m x 7m) en eenvoudige zaalkerkje van Noordwijk is omstreeks 1300 opgetrokken uit kloostermoppen, op een opgeworpen heuvel midden in het dorp. De huidige okergele kleur – teruggebracht bij de restauratie in 2005 – is gelijk aan de kleur uit de bouwtijd.

Aan de noord- en zuidzijde bevinden zich grote, niet al te spitse, spitsboogramen; tussen het eerste en tweede raam aan de noordkant bevindt zich de ingang. In de oostgevel bevinden zich een groot en hooggeplaatst halfrond raam in het midden en twee lager geplaatste en kleinere rondboogramen. Dit zou het oudste, romaanse deel van de kerk kunnen zijn. De westgevel is blind met duidelijk zichtbare muurankers. Tijdens de verbouwing van 1868 werden de vensters aangepast en de noordgevel hersteld. Tegelijkertijd werd de kerk gepleisterd, erg populair in die tijd: de pleisterlaag geeft het effect van natuursteen. In de donkergroene dakruiter uit 1710 hangt een klok die in Amsterdam werd gegoten, met de naam van collator Carel Ferdinand van Inn- en Kniphuisen, heer van Nienoord. Samen met de windvaan in de vorm van een leeuw – een onderdeel van zijn wapen – schonk hij de klok in 1714.

De kerk heeft een eenvoudig interieur onder een wit gepleisterd tooggewelf. In de loop van de tijd zijn er trekbalken aangebracht op spatkrachten op te vangen. Binnen bevinden zich een preekstoel uit 1600, een 17e-eeuws doopvont en een 18e-eeuwse kroonluchter. Het doophek kwam na enige omzwervingen – onder andere via een stal van een boerderij in Drachten – terug in de kerk van Noordwijk.

In 1871 had men na verkoop van landgoederen de fl. 1.700,- bij elkaar om een orgel aan te schaffen, welke werd vervaardigd door de firma P. van Oeckelen. In 2005 werd het weer bespeelbaar gemaakt, in 2010 is het gerestaureerd.